Het kasteel van Leeuwergem is ontstaan als een ‘hof van plaisance’ naast een herenhoeve van de heren van Leeuwergem, die wellicht in de 9de eeuw wordt gebouwd naast een moeras, gelegen tussen de dorpskernen van Elene en Leeuwergem. Dit moeras ligt naast de Bulvinckkouter, een zeer vruchtbare hofkouter die reeds in de 9de eeuw wordt bewerkt. Het moeras ontstond op een kleilaag in een lichte depressie in het terrein en wordt gevoed door drie beekjes die ontspringen in de hogere valleiwand rondom.
De herenhoeve wordt vermoedelijk in de 9de eeuw ingeplant op de weg van Elene naar Leeuwergem en is omgeven door een walgracht. De beek die ontspringt aan de kerk in Leeuwergem voedt die walgracht en vloeit in het moeras samen met de beek die in het gemeenschappelijk bos naast de herenhoeve ontspringt, om dan als Molenbeek verder te stromen naar de dorpskern van Elene. Daar bouwen de heren van Leeuwergem reeds voor 1400 een watermolen, die gevoed wordt door spaarvijvers op deze Molenbeek.
Het kasteel wordt gebouwd in 1425 naast de herenhoeve, op de plaats van het moeras. De kleilaag onder het moeras laat toe om een kasteelvijver te maken die zijn water niet aan de ondergrond verliest en dus als extra spaarvijver kan gebruikt worden voor de watermolen verderop in Elene. De beken worden afgeleid zodat het moeras kan worden drooggelegd en de grond ervan gebruikt kan worden om het kasteeleiland te maken.
Het is opmerkelijk dat in 1425 de walgracht van de boerderij deels gedempt wordt en dat het kasteel geen enkele verdedigingsstructuur heeft. Dit heeft alles te maken met de Bourgondische hertogen, die op dat moment regeren en politieke stabiliteit en economische welvaart bewerkstelligen.
Robrecht van Massemen, de man van Elisabeth van Leeuwergem, maakt immers deel uit van de entourage van deze Bourgondische hertogen en is een van de eerste ridders van het Gulden Vlies.
Doch Robrecht en Elisabeth kunnen niet lang van dit kasteel genieten want Robrecht sterft reeds in 1430. Zijn dochter Beatrijs woont vanaf 1432 in het kasteel.
Het kasteel wordt in de godsdienstoorlogen rond 1580 geplunderd en wordt in 1610 gekocht door de katholieke Noord-Nederlandse familie de la Loo – van der Aa die de nieuwe protestantse Republiek ontvluchten. Deze familie herbouwt het kasteel en de boerderij.
Het kasteel in 1640 en zijn tuinen in renaissancestijl zijn goed gekend door de tekening van Sanderus, en in combinatie met een structurele analyse van het huidig kasteel, kunnen we deze fase in detail reconstrueren. Ook een later plan van Gerard De Deken uit 1761 geeft een goed beeld omdat er weinig is veranderd in die tijdspanne.
Ook de herbouwde boerderij verandert weinig tot 1761. We kennen een plan uit 1714, gemaakt door de kasteelheer, dat de structuur van de boerderij in detail toont. Daarnaast heeft de boerderij ook een brouwerij en een paardenstal, die we virtueel kunnen bezoeken. Het kasteel bezit ook een koets en pleziervaartuig.
Het Lodewijk XV-kasteel, dat we zien in de reconstructie van 1785, is het resultaat van een grondige verbouwing in 1762-1764 van het renaissancekasteel, gevolgd door een volledige herontwerp van de tuinen in Franse stijl.
Deze tuinen, aangelegd volgens twee zichtassen, bestaan uit een aantal tuinkamers rondom een centrale spiegelvijver, een parklandschap en een centraal kanaal dat het water van hogergelegen bronnen naar de fontein in de spiegelvijver brengt.
Volgende beelden tonen de evolutie van het kasteel over 360 jaar. Kom dit verhaal in detail ontdekken in het kasteel, via een uitgebreide 3D-presentatie, eventueel aangevuld met een rondleiding doorheen het kasteeldomein.
Dit project wordt deels gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling in het kader van het LEADER project VLA17/06.