kasteel van Leeuwergem

De historische evolutie van het kasteel van Leeuwergem

Het kasteel van Leeuwergem is ontstaan als een ‘hof van plaisance’ naast een herenhoeve van de heren van Leeuwergem, die wellicht in de 9de eeuw wordt gebouwd naast een moeras, gelegen tussen de dorpskernen van Elene en Leeuwergem. Dit moeras ligt naast de Bulvinckkouter, een zeer vruchtbare hofkouter die reeds in de 9de eeuw wordt bewerkt. Het moeras ontstond op een kleilaag in een lichte depressie in het terrein en wordt gevoed door drie beekjes die ontspringen in de hogere valleiwand rondom.

Het kasteeldomein ontstaat aan de Bulvinckkouter (onder) naast een moeras (groen) en bos (rechts)

De herenhoeve wordt vermoedelijk in de 9de eeuw ingeplant op de weg van Elene naar Leeuwergem en is omgeven door een walgracht. De beek die ontspringt aan de kerk in Leeuwergem voedt die walgracht en vloeit in het moeras samen met de beek die in het gemeenschappelijk bos naast de herenhoeve ontspringt, om dan als Molenbeek verder te stromen naar de dorpskern van Elene. Daar bouwen de heren van Leeuwergem reeds voor 1400 een watermolen, die gevoed wordt door spaarvijvers op deze Molenbeek.

De omwalde herenhoeve wordt ingeplant naast het moeras, op de weg van Elene naar Leeuwergem

Het kasteel wordt gebouwd in 1425 naast de herenhoeve, op de plaats van het moeras. De kleilaag onder het moeras laat toe om een kasteelvijver te maken die zijn water niet aan de ondergrond verliest en dus als extra spaarvijver kan gebruikt worden voor de watermolen verderop in Elene. De beken worden afgeleid zodat het moeras kan worden drooggelegd en de grond ervan gebruikt kan worden om het kasteeleiland te maken.

Inplanting van het kasteel in 1425 naast de boerderij, op een luchtbeeld van vandaag (Google Earth)

Het is opmerkelijk dat in 1425 de walgracht van de boerderij deels gedempt wordt en dat het kasteel geen enkele verdedigingsstructuur heeft. Dit heeft alles te maken met de Bourgondische hertogen, die op dat moment regeren en politieke stabiliteit en economische welvaart bewerkstelligen.

Het kasteel van Leeuwergem wordt gebouwd in 1425 door Elisabeth van Leeuwergem en Robrecht van Massemen (de portretten zijn geschilderd door Robert Campin, de afgebeelde vrouw is anoniem).

Robrecht van Massemen, de man van Elisabeth van Leeuwergem, maakt immers deel uit van de entourage van deze Bourgondische hertogen en is een van de eerste ridders van het Gulden Vlies.

De structuur van het kasteel rond 1430, omringd door de boomgaarden en tuinen (Google Earth)

Doch Robrecht en Elisabeth kunnen niet lang van dit kasteel genieten want Robrecht sterft reeds in 1430. Zijn dochter Beatrijs woont vanaf 1432 in het kasteel.

Het kasteel in aanbouw in 1425 met links vooraan het moeras, rechts de boerderij en de moestuin

Het kasteel wordt in de godsdienstoorlogen rond 1580 geplunderd en wordt in 1610 gekocht door de katholieke Noord-Nederlandse familie de la Loo – van der Aa die de nieuwe protestantse Republiek ontvluchten. Deze familie herbouwt het kasteel en de boerderij.

De structuur van het kasteeldomein in 1640, op het luchtbeeld van vandaag (Google Earth)

Het kasteel in 1640 en zijn tuinen in renaissancestijl zijn goed gekend door de tekening van Sanderus, en in combinatie met een structurele analyse van het huidig kasteel, kunnen we deze fase in detail reconstrueren. Ook een later plan van Gerard De Deken uit 1761 geeft een goed beeld omdat er weinig is veranderd in die tijdspanne.

Het kasteel in 1640, vanuit hetzelfde standpunt als hierboven, met vooraan siertuinen

Ook de herbouwde boerderij verandert weinig tot 1761. We kennen een plan uit 1714, gemaakt door de kasteelheer, dat de structuur van de boerderij in detail toont. Daarnaast heeft de boerderij ook een brouwerij en een paardenstal, die we virtueel kunnen bezoeken. Het kasteel bezit ook een koets en pleziervaartuig.

In de paardenstal stonden zowel koets- als trekpaarden
Koetsen konden doorheen het kasteel rijden om passagiers in het overdekt gedeelte af te zetten

Het Lodewijk XV-kasteel, dat we zien in de reconstructie van 1785, is het resultaat van een grondige verbouwing in 1762-1764 van het renaissancekasteel, gevolgd door een volledige herontwerp van de tuinen in Franse stijl.

De structuur van het kasteeldomein in 1785, op het luchtbeeld van vandaag (Google Earth)

Deze tuinen, aangelegd volgens twee zichtassen, bestaan uit een aantal tuinkamers rondom een centrale spiegelvijver, een parklandschap en een centraal kanaal dat het water van hogergelegen bronnen naar de fontein in de spiegelvijver brengt.

Het kasteel in 1785, vanuit hetzelfde standpunt als hierboven

Volgende beelden tonen de evolutie van het kasteel over 360 jaar. Kom dit verhaal in detail ontdekken in het kasteel, via een uitgebreide 3D-presentatie, eventueel aangevuld met een rondleiding doorheen het kasteeldomein.

Het kasteel in aanbouw in 1425, met zicht op het bos en de Bulvinckkouter op de achtergrond
Het kasteel in 1640, met vooraan de renaissancetuin, vanuit hetzelfde standpunt als hierboven
Het kasteel in 1785, met achteraan de Franse tuinen, vanuit hetzelfde standpunt als hierboven

Dit project wordt deels gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling in het kader van het LEADER project VLA17/06.

Uncategorized

De boerderij van het kasteel van Leeuwergem in 1640

De herenboerderij van het kasteel van Leeuwergem is de kern van het kasteeldomein en is in feite ouder dan het kasteel zelf.  Deze boerderij bestaat uit een woonhuis, stallen, een wagenhuis, een dorsvloer, opslagschuren, een bakhuis en een brouwerij.

De herenhoeve van het kasteel van Leeuwergem, met van links naar rechts het woonhuis, het bakhuis, het koetshuis, de paardenstallen en de brouwerij (beeld: Visual Dimension)

In het woonhuis woont niet alleen de pachter en zijn familie, maar waarschijnlijk ook knechten die werken op en rond de boerderij en het kasteel.  Op de binnenkoer van de boerderij staat in het midden het bakhuis, voor het bakken van brood.  Een bakhuis werd omwille van het brandgevaar steeds los van de andere gebouwen geplaatst.

Van links naar rechts: de stallen, het woonhuis, doorgang naar het bos en het koetshuis (beeld: Visual Dimension)

In de paardenstal staan zowel de werkpaarden als de koetspaarden. Naast de paardenstal is het koetshuis.  Vermoedelijk had de kasteelheer dan ook een koets.

De paardenstal van het kasteel, met zowel werkpaarden als koetspaarden (beeld: Visual Dimension)
Een typische 17de eeuwse koets (beeld: Visual Dimension)

De kasteelhoeve heeft ook een brouwerij, die het bier maakt voor Elene, Leeuwergem en het kasteel.  Op deze manier heeft de kasteelheer het recht om belasting te heffen op bier dat van buitenaf komt.  De brouwerij bestaat uit een centrale kookketel en twee brouwkuipen.  De gekookte wort wordt in platte bakken in het dakgebinte gepompt om te koelen, daarna laat men het een tijd in de andere kuip gisten.  Het resulterende bier kan nog een tijd nagisten in houten vaten, vooraleer het finaal in biervaten gaat, klaar voor vervoer.

De brouwerij, met achteraan de brouwkuipen en kookketel, en met twee koelbakken in het gebinte (beeld: Visual Dimension)

Naast het woonhuis is er ook een doorgang naar het bos, waar geriefhout en hakhout werd gehaald.  Er zijn immers hakhoutstoven teruggevonden in het gemeenschappelijk bos naast het kasteel, die vermoedelijk van deze periode dateren.  Omwonenden mochten dit bos gebruiken om er hakhout en wintervoeder voor de dieren te halen en er varkens te weiden, maar niet om te jagen.

Van deze doorgang werd de houten latei bij verbouwingen teruggevonden (beeld: Visual Dimension)

Langs de weg naar het bos liggen siertuinen en een grote boomgaard.

Vanuit deze siertuinen langs de zuidkant heeft men een uitzonderlijk zicht op het kasteel (beeld: Visual Dimension)
De weg leidt naar het gemeenschappelijk bos (beeld: Visual Dimension)
kasteel van Leeuwergem

Het kasteel van Leeuwergem in 1640

Nadat het vervallen laat-middeleeuws kasteel van Leeuwergem in 1608 door de Noordnederlandse adellijke families de la Loo – van der Aa wordt aangekocht, wordt het tijdens de vreedzame periode onder aartshertogen Albrecht en Isabella herbouwd. Het kasteel is in die periode dus het centrum van de heerlijkheid Leeuwergem-Elene, en meer een permanente woning dan een zomerresidentie, want Philips de la Loo, die sterft in 1620, en verschillende leden van de families de Lannoy worden als inwoner van Leeuwergem in een gezamelijke grafkelder onder de kerk van Leeuwergem begraven.

Kerk van Leeuwergem met de graven van meerdere kasteelheren van Leeuwergem (foto: Daniël Pletinckx)

Kort voor 1640 wordt het herbouwde kasteel door Antonius Sanderus afgebeeld in zijn beroemde Flandria Illustrata (deel III). De tekening toont het kasteel met aanpalende tuin temidden van de kasteelvijver, met daarnaast de herenhoeve, een grote siertuin, een boomgaard en bos.

Afbeelding rond 1640 in Flandria Illustrata III van het kasteel van Leeuwergem (UGent)

Een grondige studie van het huidig gebouw inclusief de kelders, heeft ons duidelijk gemaakt dat belangrijke delen van het kasteel in 1640 er vandaag nog steeds zijn, zonder belangrijke wijzigingen. Meer nog, bij restauratiewerken werden delen teruggevonden die zonder twijfel teruggaan op het oorspronkelijk kasteel van 1420. We zijn er daarom van overtuigd, dat in tegenstelling tot wat beweerd wordt in oudere publicaties, het gebouw een belangrijke continuïteit heeft gekend, wat wij dan ook in deze virtuele reconstructies tonen. Ook de andere elementen uit de afbeelding van Sanderus kunnen vandaag nog steeds aangewezen worden, zoals de vierkante kasteeltuin of de boerderij.

Zicht op het kasteel rond 1640 zoals afgebeeld door Sanderus (beeld: Visual Dimension)

In die tijd heeft een dergelijk landelijk kasteel een gemengde sier- en moestuin.  Hij dient dus tegelijkertijd als wandeltuin en groententuin voor de kasteelbewoners (zoals bijv. in het kasteel van Villandry). Centraal in zo’n tuin staat een fontein, die niet alleen als versiering dient maar ook als waterbron voor de planten.  De fontein wordt gevoed door een bron in het hoger gelegen Vogelbos ten noord-oosten van de tuin via ondergrondse buizen, die nog steeds aanwezig zijn. Als beeld bovenop de fontein hebben we een herinterpretatie gekozen van de Grieks-Romeinse badende Venus zoals dat gebruikelijk was in de 17de eeuw (bijv. door de Vlaming Jean de Boulogne).

De kasteeltuin is een gemengde groenten- en siertuin met centrale fontein (beeld: Visual Dimension)

Deze tuin heeft nog steeds dezelfde vierkante structuur met vier kwadranten als een middeleeuwse of renaissancetuin en verwijst naar de Hof van Eden, met in het midden de levensfontein, waaruit vier rivieren ontspringen.  Terwijl een middeleeuwse tuin besloten is, kijkt een renaissancetuin naar buiten, met lange zichtassen die benadrukt worden door ornamentale hagen en bogen. Het feit dat de tuin langs drie zijden omgeven is door een boomgaard versterkt nog deze zichtas naar het kasteel toe (zie beeld hierboven).

Rondom de kasteeltuin ligt een grote boomgaard zoals afgebeeld door Sanderus (beeld: Visual Dimension)

Het kasteel staat dus temidden een grote vijver en is alleen via de loopbrug toegankelijk. Bij problemen kan het laatste deel van de houten brug worden binnengetrokken, zodat het kasteel toch een zekere vorm van bescherming biedt bij lokale onrust of dievenbendes. Het poortgebouw dateert grotendeels nog van de eerste fase van het kasteel rond 1420.  In de kelderverdieping van het gebouw zijn nog de schietgaten voor de boogschutters aanwezig.

Virtuele reconstructie van het kasteel rond 1640 (beeld: Visual Dimension)
Het laatste deel van de loopbrug kon worden binnengetrokken ter bescherming (beeld: Visual Dimension)

De voorgevel van het kasteel is in feite nog steeds dezelfde als die van vandaag.  Alleen de toegangspoort, zoals die is weergegeven op de afbeelding van Sanderus, is anders dan de huidige toegang. Die toegangspoort laat vermoedelijk toe dat een koets door het gebouw kan rijden en dat men dus overdekt kan uitstappen.  Rechts is vermoedelijk een zaal waar bezoekers worden ontvangen en die aansluit op de keuken. Links is er vermoedelijk een bureau waarin mensen ontvangen kunnen worden voor besprekingen.  In deze ruimte is vandaag de oorspronkelijke vloer met rode en zwarte Boomse tegels met figuratieve afwerking bewaard. Deze bureauruimte heeft een buitendeur, die er ook vandaag nog is.

Voorgevel van het kasteel rond 1640 (beeld: Visual Dimension)
Het kasteel vandaag vanuit hetzelfde standpunt (foto: Daniël Pletinckx)
Buitendeur van de bureauruimte, naast de ramen ook nog in het huidige gebouw aanwezig (beeld: Visual Dimension )
De kleine deur van het kasteel van 1640 is vandaag nog steeds aanwezig (foto: Daniël Pletinckx)

Achteraan zien we links de keuken met daaronder de voorraadkelders.  Op de verdieping bevinden zich de persoonlijke vertrekken van de adellijke bewoners en de kapel, net zoals vandaag nog het geval is in het huidige kasteel.

Achtergevel van het kasteel, met links de keuken, in het midden de traptoren en rechts de ontvangstruimte (beeld: Visual Dimension)

De toren doet niet alleen dienst als uitkijktoren maar laat ook het dienstpersoneel ongezien circuleren door het kasteel.  De spiltrap in de toren verbindt immers de voorraadkelders, de keuken, de ontvangstruimtes en de privévertrekken van de kasteelbewoners met de leefruimtes van het dienstpersoneel op de dakverdieping.

De traptoren dient zowel als uitkijktoren en als centrale circulatie voor het personeel (beeld: Visual Dimension)

Als uitkijktoren moet de toren hoger zijn dan de toppen van de bomen.  Deze toren wordt ook gebruikt tijdens de jacht.  De knechten, die het wild opsporen, geven signaal naar wachters in de toren, die de adellijke jagers dan in die richting sturen.  De kasteeleigenaars bezitten eigendommen tot in Drongen, aansluitend op het kasteeldomein.

Op de bovenverdieping van het kasteel heeft men een overzicht over de weide omgeving (beeld: Visual Dimension)

Uitkijkend op het water is er naast het kasteel langs de zuidkant een vroege baroktuin.  Maar het is dan niet gebruikelijk om in de zon te lopen – een getaande huid is voor mensen die op het land werken – daarom is het centrale pad overdekt met een pergola en zijn er prieeltjes waar men in de schaduw kan zitten. Deze prieeltjes zijn zichtbaar op bovenstaande tekening van Sanderus.

Pergola’s en tuinprieeltjes laten toe van de tuin te genieten in de schaduw (beeld: Visual Dimension)
De rozentuin op het kasteeleiland heeft ook een aanlegkade voor een overdekte plezierboot (beeld: Visual Dimension)

Op het eind van de pergola kan men instappen in een overdekte plezierboot om als ontspanning op de vijver rond te varen. In het poortgebouw is er ook een trap tot aan het water waar men in een boot kan stappen om de vijver te onderhouden en te vissen (zie beeld hierboven).  In de kasteelvijver worden immers karpers gekweekt.

Boottocht in een kasteelpark door Barent Fabritius, 1660 – 1673 (Rijksmuseum)
Boottocht (detail) in kasteel Gunterstein, 1680-1696 (Rijksmuseum)
Virtuele 3D reconstructie van 17de eeuwse plezierboot (beeld: Visual Dimension)

Er worden in de zeventiende eeuw grote inspanningen gedaan om nieuwe bloemenvarianten te kweken via kruising.  Zo ontstaan nieuwe soorten dubbelbloemige rozen en rijkgekleurde tulpen.  Tegen de zuidmuur staan druivelaars.  Deze strakke tuinen vragen dagelijks onderhoud.

De rozentuin en de druivelaars aan de zuidkant van het kasteel (beeld: Visual Dimension)

Langs de kasteelvijver, op het pad naar het achterliggende banbos, liggen nog additionele siertuinen, van waar men een prachtig zicht op het kasteel heeft.

De siertuinen langs de weg naar het bos (beeld: Visual Dimension)
Zicht op het kasteel en de herenboerderij vanuit het zuiden (beeld: Visual Dimension)
Het kasteel vandaag